Hof Den Bosch bevestigt arrest HR dat niet elke minder gelukkige beslissing leidt tot een terecht verwijt van kennelijk onbehoorlijke taakvervulling door een bestuurder.
Op 29 augustus 2017 heeft het Hof Den Bosch bevestigd dat bestuurders van vennootschappen die onjuiste of inadequate maatregelen nemen, niet zomaar persoonlijk aansprakelijk gesteld kunnen worden o.g.v. onbehoorlijke taakvervulling.
Een kozijnenfabriek die een dochter was binnen een groepsdivisie gaat failliet en de curator verwijt de bestuurders (directeuren binnen de bedrijfsgroep) dit faillissement te hebben veroorzaakt door foute beslissingen en dus door onbehoorlijk bestuur. Het Hof geeft de curator geen gelijk en overweegt:
- Onjuist bestuur is nog geen onbehoorlijk bestuur; er kunnen andere oorzaken zijn die leiden tot het faillissement (rov 3.16.3).
- Als een bestuurder heeft nagelaten om een van buiten komende faillissementsoorzaak te voorkomen, is dat niet zomaar onbehoorlijke taakvervulling; er kunnen immers nog andere belangrijke oorzaken van het faillissement zijn (rov 3.16.5), zoals in dit geval de wereldwijde economische crisis.
- Het verplaatsen van de productie van kozijnen kan een ongelukkige beslissing geweest zijn, maar dat betekent niet meteen dat sprake is van kennelijk onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur.
- Als stilzitten geen optie is en bestuurders maatregelen nemen (productieverplaatsing) waarbij geen garantie bestaat dat deze gunstig zouden uitpakken, is dat niet zomaar onbehoorlijke taakvervulling.
- Als de bestuurders geen deugdelijke boekhouding voeren, is dat niet zomaar een onbehoorlijke taakvervulling; in dit geval hadden bestuurders betoogd voldoende inzicht hadden in het reilen en zeilen van de onderneming.
Zo gemakkelijk is het dus nog niet om bestuurders persoonlijk aansprakelijk te stellen.
Zie voor de uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2017:3804.